Samen groeien

1. Zorgbeleid

Zorgvisie - 2023-2024

2. Kleuterparticipatie

Om de onderwijskansen van élke kleuter te waarborgen zet het Mariaschoolteam in op kleuterparticipatie.


We besteden aandacht aan kwetsbare groepen via communicatie op maat en initiatieven die inspelen op de nood aan educatie en/of middelen, in samenwerking met onder andere de bibliotheek en het huis van het kind.


Door voorafgaand aan de eigenlijke instap te investeren in het uitwisselen van informatie (inschrijvingsbrochure, rondleiding, intake gesprek, zindelijkheids gesprek, ...) optimaliseren we ons inschrijvingsbeleid.


Bij de start in de kleuterschool beogen we een warme overgang via kennismakingsmomenten, info avonden en een rustige start van de dag door de “open deur” bij het ochtend onthaal.


We houden rekening met de nood aan educare bij de allerjongsten door middel van een aangepaste klasinrichting, meubilair, materialen en een dagindeling met voldoende rustmomenten.


We volgen de aanwezigheden op van àlle kinderen, met bijzondere aandacht voor onze leerplichtige kleuters, ism het CLB.


Beertje Anders, de STOP-regel en lesmaterialen rond sociale vaardigheden helpen ons om in te zetten op kwaliteitsvolle interactie.


Omdat taal onontbeerlijk is binnen deze interactie werkten we de voorbije jaren intensief aan de uitbouw van ons talenbeleid in samenwerking met de gemeente Tervuren.


Via regelmatige momenten van uitwisseling met ouders en/of andere opvoeders streven we een actief partnerschap na.


Ook met andere partners zoals het leersteuncentrum, externe begeleiders, pedagogische begeleiding, …wordt nauw samengewerkt om de groeikansen van elke kleuter maximaal te benutten.

3. Rapporteren en Evalueren

… in de kleuterschool


In onze kleuterschool observeren we de kleuters doorlopend om individuele talenten en groeikansen te leren kennen. 

We observeren binnen het kader dat wordt geboden door de ontwikkelvelden van ZILL (Zin in Leven! Zin in Leren!) 


Zowel klasjuffen als zorgjuffen observeren en noteren hun bevindingen over de individuele kleuters in een klasmap.


De observaties worden twee keer per jaar gebundeld en samengevat in de “zillfie”.

Ieder ontwikkelveld komt daarbij aan bod : Rooms-Katholieke Godsdienst, ontwikkeling van wiskundig denken, taalontwikkeling, muzische ontwikkeling, mediakundige ontwikkeling, ontwikkeling van oriëntatie op de wereld, motorische en zintuiglijke ontwikkeling, ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid, ontwikkeling van een innerlijk kompas en socio- emotionele ontwikkeling.


De zillfie wordt bewaard in ons kindvolgsysteem op smartschool, opdat er steeds naar teruggegrepen kan worden om de groei van de kinderen in kaart te brengen.


Op het oudercontact van november en april bespreken we de observaties met de ouders. Gemaakte afspraken worden in het kindvolgsysteem genoteerd.


In de klas wordt er aan de slag gegaan met de observaties door het aanbod te differentiëren naar beneden èn naar boven toe, groepssamenstellingen aan te passen, zorgmomenten rond bepaalde doelen te organiseren, etc..


Op het zorgoverleg worden opvallende observaties besproken en bedenken we acties die de juf en/ of het zorgteam kunnen ondernemen.


Van zodra we individuele interventies organiseren  worden ook de ouders bevraagd of ingelicht.

Afhankelijk van de bezorgdheid gebeurt dit  tijdens een kort contact aan de poort of tijdens een apart zorgoudercontact.


Indien de hulp van externen (CLB, leersteuncentrum, ...)  wordt ingeroepen worden ouders steeds op de hoogte gebracht.


In de tweede kleuterklas nemen de juffen 3 keer per jaar een luistervaardigheids testje af bij alle kinderen om de kleuters hun evolutie van het begrip van het Nederlands in kaart te brengen.


In de derde kleuterklas neemt de zorgjuf een taaltest af die vooral taalbegrip in kaart brengt.


De schoolrijpheidstesten in de derde kleuterklas vinden plaats in februari. De leerkrachten vinden het belangrijk om een tussentijds beeld te krijgen van het kind. Op basis hiervan wordt bepaald welke extra oefening elk individueel kind nodig heeft om de overgang naar het 1ste leerjaar vlot te laten verlopen.



… in de lagere school


In onze lagere school blijven we onze leerlingen observeren en zijn de observaties voornamelijk gefocust op het welbevinden, sociaal-emotioneel functioneren, werkhouding en motoriek. Deze ontwikkelingsdomeinen komen overeen met de persoonsgebonden ZILL-doelen.


De ontwikkeling van de schoolse vaardigheden of cultuurgebonden ZILL-doelen, wordt opgevolgd door onmiddellijke feedback te geven wanneer leerlingen oefeningen maken. Dit gebeurt zowel mondeling tijdens de les zelf of schriftelijk via werkschriften.


Om de ouders te informeren over de evolutie van hun kind, stellen we 3 rapporten op per schooljaar. We voorzien een rapport in november, maart en juni. Hiervoor maken we gebruik van het Smartschool Skore-rapport dat enerzijds harde evaluaties voorziet voor de vakken wiskunde, Nederlands, Frans en WO. Daarnaast voorzien we zachte evaluaties van specifieke vaardigheden van Nederlands, Frans en WO. Rooms-Katholieke Godsdienst en muzische vaardigheden worden volledig via zachte evaluaties beoordeeld. 


Tweemaal per jaar organiseren we een oudercontact om de ontwikkeling van de leerlingen met hun ouders te bespreken. 


Tijdens het maandelijks zorgoverleg bespreken de leerkrachten hun observaties en bevindingen met de zorgcoördinator. Van elke klas bestaat er een verslag van het zorgoverleg waarin de evolutie van elke leerling op elk ontwikkelingsdomein beschreven staat. Ook in de lagere school geldt dat van zodra we individuele interventies organiseren, ouders bevraagd of ingelicht worden.


Naast methodegebonden oefeningen en toetsen, maken we ook gebruik van genormeerde testen om de evolutie van technisch lezen, spelling, hoofdrekenen en algemene wiskundige vaardigheden bij alle leerlingen in kaart te brengen. De resultaten van deze VCLB-LVS testen worden schoolintern gebruikt om te beslissen welke leerlingen verhoogde zorg nodig hebben. De resultaten van deze testen worden niet standaard meegedeeld aan de ouders. Enkel wanneer er sprake is van een achteruitgang of stabiele zwakke score, worden deze resultaten met de ouders besproken tijdens een oudercontact.


Tot slot is het belangrijk dat we op schoolniveau nagaan of onze leerlingen op alle ontwikkelingsdomeinen even vlot ontwikkelen als de doorsnee Vlaamse jongeren. Hiervoor maken we in het 4e en 6e leerjaar gebruik van de InterDiocesane Proeven (IDP). Vanaf het schooljaar 2023-2024 ook 'Vlaamse Toetsen' in het 4de leerjaar en vanaf schooljaar 2025-2026 ook 'Vlaamse Toetsen' in het 6de leerjaar.

4. Huiswerkbeleid

Visie: Al spelend en lerend gaan we samen op reis.

Leren gebeurt vooral op school.  Ook huistaken en lessen maken deel uit van het leerproces. Met de taken en lessen leren de kinderen thuis zelfstandig te werken en ze leren taken te plannen. De inhoud van de les kan in een huistaak verbonden worden aan de leefwereld van het kind. De ouder is eveneens supporter op weg naar totale ontwikkeling.

Leren leren

Ons huiswerk wil leerlingen ook uitnodigen om zelfstandig te werken, het wil de kinderen uitdagen om te leren plannen, eigen vorderingen te controleren, zichzelf werkdiscipline op te leggen. Leren leren is terecht een onderdeel van het curriculum van het basisonderwijs, en huiswerk volgens ons één van de middelen om de betreffende eindtermen te realiseren.

Communicatie

Verder is huiswerk voor ons ook een aanleiding om regelmatig en spontaan met de ouders te communiceren. Via het huiswerk krijgen de ouders een idee waar hun kind op school mee bezig is, en of het leerproces aanslaat. Daarom ook wordt het huiswerkbeleid in het begin van het schooljaar door de betrokken klasleerkracht toegelicht tijdens de infoavond.

Studiewerkplek

Omdat we ons bewust zijn van ‘t feit dat de omgeving er moet voor zorgen dat kinderen in alle rust aan hun opdrachten kunnen werken voorziet de Mariaschool op maandag en dinsdag na school een studiewerkplek. De leerkrachten zorgen daar voor een rustige en veilige werkomgeving waarin de leerlingen alle kansen krijgen zich zelfstandig geconcentreerd aan hun taken te wijden.  De studie gaat enkel door voor leerlingen vanaf het 2de leerjaar.

Soorten huistaken

Er zijn 3 soorten taken: dagtaken (voor 1ste en 2de leerjaar), weektaken (3de, 4de, 5de en 6de leerjaar) en doe-taken.


Groeiklassen

De groeiklassen worden aangeboden vanuit de gemeente voor de leerlingen van de 1e & 2e graad. Tijdens de groeiklassen werken de leerlingen wekelijks 1 uur in een groep van 6 leerlingen onder begeleiding van een leerkracht. Zij zullen technieken en woordenschat leren om zelfvertrouwen op te bouwen en zelfstandig huiswerk en lessen te maken. Dit doen ze aan de hand van gerichte activiteiten die zijn afgestemd op hun schoolwerk. De school contacteert de ouders waarvan zij denken dat de kinderen baat hebben om deel te nemen aan deze groeiklassen.

Zomerschool

De zomerschool richt zich op leerlingen uit de lagere school. Het doel is om kinderen die een extra duwtje kunnen gebruiken goed voorbereid aan het nieuwe schooljaar te laten beginnen. Alle aandacht gaat naar sociale vaardigheden enerzijds en naar rekenen of taal anderzijds. Maar ook STE(A)M-activiteiten komen aan bod. Dit alles in combinatie met veel sport, spel, cultuur en creativiteit. De zomerschool vindt plaats gedurende 10 lesdagen in het midden van de zomervakantie. Communicatie en inschrijving hiervoor worden gecoördineerd vanuit de gemeente.

5. Armoedebeleid

Onze secretariaatsmedewerker, Nadia Rogiers, is het aanspreekpunt voor al uw vragen i.v.m. ons armoedebeleid. 

Ze is beschikbaar via mail (nadia.rogiers@zonien.org) of telefonisch 02/767.49.73.
Je kan bij haar, volledig in vertrouwen, terecht voor alle vragen en bezorgdheden rond armoede en problemen bij het betalen van de facturen.